Het laatste wilde paard ter wereld
Op dinsdag 4 april 2017 vertrokken twee przewalskipaarden, Granola en Griffon, naar het reservaat Dolni Dobrejov in Tsjechië. Daar worden ze voorbereid op hun terugkeer naar het land van hun voorouders.
Granola en Griffon zijn in het Wildpark van het Domein van de Grotten van Han geboren. De EEP-coördinator heeft Griffon en Granola geselecteerd om dekhengsten te worden. Talrijke testen werden verricht om succes te garanderen: fysiologische criteria, staat van de hoeven, bloed- en bacteriologische analyses, enz. Ze zullen eerst in quarantaine worden geplaatst in Dolni Dobrejov en daarna in hun respectieve groep worden uitgezet. Griffon vertrekt in juni naar de Gobiwoestijn in Mongolië en Granola in september naar China (‘Wild Animal Breeding Center’ van Jimsar in Xinjiang, autonome regio van de Volksrepubliek China).
Het Wildpark van Han-sur-Lesse is de vertegenwoordiger van het Europese fokprogramma voor de Benelux. Het Wildpark heeft een duidelijke missie: in belangrijke mate bijdragen aan het behoud van deze soort. Daartoe herbergt het Waalse park 9 przewalskipaarden: drie volwassen hengsten, vijf merries en een jong mannelijk veulen.
Voor zover dat nog nodig is, bewijst deze operatie dat het Domein van de Grotten van Han niet alleen een toeristische attractie is, maar ook bijzonder actief bijdraagt tot het behoud van onze fauna. Het przewalskipaard kwam immers in Europa voor, zoals blijkt uit de rotswandschilderingen van de grotten van Lascaux. Het Domein zet zich niet alleen in voor het herstel van het habitat van de zomererebia (vlinder), de oprichting van een kraamkliniek voor de echte hoefijzerneus (vleermuis), maar ook voor 7 Europese programma’s voor bedreigde soorten. En sinds 1999 keren elk jaar dieren die in Han geboren zijn, terug naar de natuur.
De naam van het wilde paard verwijst naar Nikolaj Przewalski die dit paard ontdekte 1879 in de Gobiwoestijn. In de jaren 1900 kwamen 53 przewalskipaarden naar Europa. Het przewalskipaard werd zowel in het wild als in dierentuinen een heel zeldzame soort, zodat in 1957 een internationale stamboom werd opgericht. Er bleven in de Europese parken dan nog 13 przewalskipaarden over. Maar in het wild raakte de soort rond 1960 uitgestorven. Er kwam toen een zorgvuldig gecoördineerd internationaal fokprogramma om de soort te redden.
Pas in de jaren 1990 vonden de eerste herintroducties plaats in Mongolië, China, Kazachstan, Oekraïne en Rusland.
Tegenwoordig zijn er vijf herintroductiesites, meer bepaald drie in Mongolië en twee in China.
Momenteel telt men 860 przewalskipaarden in gevangenschap (European Endangered species Programme), 350 in de natuur in Mongolië en in totaal ongeveer 1500 wereldwijd. Przewalskipaarden leven in groepen van één hengst, twee of drie merries en hun veulens.